Ulcus

betekenis & definitie

(Lat.), zweer. U. ambustiforme (ambustio, verbranding), weeke sjanker aan het binnenblad van de voorhuid, met het voorkomen van een brandwond door heet water. U. arthriticum, huidverzwering door den prikkel van jichtige concrementen. U. atheromatosum, vgl. atheroma. U. callosum (vgl. Callus), zweer met harde, steile randen. U. carcinomatosum, maagzweer, die tot kanker overgaat. U. catarrhale, ondiepe zweer in slijmvliezen bij catarrhen (vgl. Erosie). U. colpodes (κόλπος, boezem), = U. sinuosum. U. corneae serpens (Lat., kruipend), zweer van het hoornvlies, die zich naar ééne zijde uitbreidt terwijl zij aan de andere zijde geneest, zoodat zij schijnt voort te kruipen. U. corrodens (Lat., knagend) Clarkei, vretende zweer aan de portio vaginalis bij oude vrouwen. U. cruris, = U. varicosum. U. duodeni, zweer van den twaalfvingerigen darm. U. durum, harde sjanker. U. elevatum (Lat., opgeheven), U. fungosum (zie beneden), waarvan de bodem boven de randen uitsteekt. U. erethicum (içs&iSa, prikkelen), zeer pijnlijke, tot bloeding geneigde zweer met sterk ontstoken omgeving. U. ex digestione, = U. pepticum. U. fistulosum, fistelzweer, vgl. Fistula. U. f olliculare (zie Folliculus), zweer van een slijmvlies, waarbij de papillen bloot komen en daarop hypertrophisch worden, waardoor zij roode knobbeltjes vormen. U. fungosum (fungus, zwam) s.U. granulosum, met granulaties (zie ald.) bedekte zweer. U. hypersthenicum (σθένος, kracht), door ontsteking geprikkelde zweer. U. induratum, = U. durum. U. jejuni pepticum, peptische zweer van den nuchteren darm. U. lenticulare (lenticulus, linsje), linsvormig zweertje op slijmvliezen, ontstaande door verweeking van een tuberkel. U. mercuriale, door kwikzilver veroorzaakte zweer van het tandvleesch; zie Stomatitis mercurialis. U. mixtum (Lat., gemengd), == chancre mixte. U. molle, weeke sjanker. U. neuroparalyticum, zweer, ontstaande na doorsnijding of verlamming van een zenuw; vgl. mal perforant du pied; keratitis neuroparalytica. U. pepticum (πεπτικός, de spijsvertering bevorderend), zweer tengevolge van de verterende werking van het maagsap. U. perforans, = mal perforant. U. phagedaenicum (vgl. Phagedaena), invretende zweer, vooral van ulcus molle gezegd. U. puerperale (vgl. Puerperium), zweren aan de slijmvliezen der vrouwelijke geslachtsdeelen in het kraambed. U. rodens (Lat., knagend), oppervlakkige huidkanker, met neiging tot snelle verzwering. U. rotundum (Lat., rond), vgl. U. ventriculi rotundum. U. scorbuticum, zweer van de huid en het tandvleesch bij scorbuut (zie ald.). U. scrofulosum, zweer, vooral aan den hals, die overgebleven is van een doorgebroken veretterde lymphklier. U. septi naris perforans, zweer, die het kraakbeen van het neustusschenschot doorboort; vgl. Chromaatzweer. U. sinuosum (sinus, boezem, uitholling), zweer met ondermijnde randen. U. torpidum (torpidus, stijf, onbeweeglijk), zweer met geringe neiging tot vorming van granulaties. U. tropicum, = Aleppobuil (zie ald.). U. varicosum (vgl. Varix), zweer, die zich uit een aderspat ontwikkelt. U. venereum simplex, = U. molle. U. ventriculi simplex s. chronicum s. rotundum s. perforans (Rokitansky) s. corrosivium s. pepticum, ronde maagzweer.