Stomatitis

betekenis & definitie

ontsteking der mondholte. S. aphthophyta s. aphthosa (vgl. Aphthae; φύτον, gewas), spruw; syn. S. vesicularis, stomatomycosis. S. gangraenosa, mondontsteking met versterf; vgl. Noma. S. intertropica; vgl. Aphthae tropicae. S. hyphomycetica (ὑφή, weefsel; μύκης, schimmel), ontsteking van het mondslijmvlies door schimmeldraden. S. membranacea (Lat., vliezig), croup en diphtherie van het mondslijmvlies. S. mercurialis, mondontsteking ten gevolge van het gebruik van kwikzilver. S. mycotica, = S. hyphomycetica. S. pseudomembranosa, S. met vorming van pseudomembranen (zie ald.). S. scorbutica, scorbuut (zie ald.) der mondholte. S. ulcero-membranacea (ulcus, gen. ulceris, zweer), = angina van Plaut-Vincent (zie ald.). S. ulcerosa, rottend mondzeer, verzwering aan de randen van het tandvleesch ; vgl. Stomacace, Stomatitis mercurialis. S. vesicularis, = S. aphthosa.