Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Fungus

betekenis & definitie

zwam. In de heelkunde, een breed gesteeld, van boven plat (paddenstoelvormig) gezwel; vgl. Polyp. F. articuli, gewrichtszwam, fungeuse gewrichtsontsteking, tumor albus (zie ald.). F. benignus testiculi, goedaardige (in tegenstelling met carcinomateuse of sarcomateuse) fungus van den zaadbal, als deze nl. sterk granuleerend, na een verwonding of verzwering der bedekkende deelen, te voorschijn komt; is de tunica albuginea nog voorhanden, dan wordt de fungus profundus genoemd, anders superficialis. F. disease of India (Eng.), Madurabeen (zie ald.). F. durae matris, hersenzwam, een gezwel (gewoonlijk sarcoma medullare), dat, van de hersenvliezen uitgaande, den schedel doorboort en de weeke deelen opheft. F. haematodes, bloedzwam, syn. sarcoma teleangiectodes. F. medullaris, mergzwam; vgl. Carcinoma medullare. F. umbilici, navelzwam, het granuleerende navelstompje bij pasgeborenen. F. vasculosus, vaatzwam; syn. angioma.

< >