Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gepubliceerd op 19-04-2022

Arthrocace

betekenis & definitie

(κάκη, slechtheid), caries (uitvreting) van een gewricht, gevolg van synovitis en ostitis fungosa (tuberculosa); syn. Caries fungosa artuum; naar gelang van het aangedane gewricht spreekt men van cox-, gon-, om- en spondylarthrocace (heup-, knie-, schouder- en wervelgewrichtscaries); zie ook Olecranarthrocace.

< >