Arthrocace
Arthrocace - (<( Gr. arthron = gewricht, kakè — slechtheid), syn. Caries fungosa artuum. Slepende, meestal tuberculeuze, ontsteking van een gewricht.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Arthrocace - (<( Gr. arthron = gewricht, kakè — slechtheid), syn. Caries fungosa artuum. Slepende, meestal tuberculeuze, ontsteking van een gewricht.
Herman Pinkhof (1923)
(κάκη, slechtheid), caries (uitvreting) van een gewricht, gevolg van synovitis en ostitis fungosa (tuberculosa); syn. Caries fungosa artuum; naar gelang van het aangedane gewricht spreekt men van cox-, gon-, om- en spondylarthrocace (heup-, knie-, schouder- en wervelgewrichtscaries); zie ook Olecranarthrocace.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
dr. H. Pinkhof (1923)
caries (uitvreting) van een gewricht, gevolg van synovitis en ostitis fungosa (tuberculosa); syn. caries fungosa artuum; naar gelang van het aangedane gewricht spreekt men van cox-, gon-, om- en spondylarthrocacé (heup-, knie-, schouder- en wervelgewrichtscaries); zie ook Olecranarthrocace.
Anthony Winkler Prins (1870)
Eeen woord door J. R. Rust in de heelkunde ingevoerd, is van Griekschen oorsprong en beteekent eene ontsteking of verzwering in de gewrichten, namelijk eene zoodanige, die in de sponsachtige uiteinden daarvan een aanvang neemt. Zij openbaart zich vooral bij klierachtige personen en is langdurig van aard. In haren ergsten vorm v...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: