Willem Arnold Witsen (‘Willem’) geb. Amsterdam 13 augustus 1860, overl. Amsterdam 13 april 1923. Woonde en werkte aldaar (Antwerpen 1881) tot 1884, in Maartensdijk tot 1886, Diepenheim tot 1887, Baarn tot 1888, De Bilt tot 1888, Londen in 1890, Laren (N.H.) tot 1891, Amsterdam tot 1893, Ede tot 1902, Amsterdam tot 1919, Ned.
Indië tot 1921, Amsterdam. Heeft ook nog reizen gemaakt naar San Francisco en Venetië. Leerling van de Rijksakademie te Amsterdam (1874-1884), lessen van A. Allebé en te Antwerpen van Ch.
Verlat.
Schilderde, aquarelleerde, tekende en etste portretten, figuren (naakten), landschappen, stadsgezichten, vooral van Londen en Amsterdam, en enkele stillevens. Beschaafd van kleur. Heeft naam gemaakt als etser. Werd genoemd ‘de schilder van Amsterdam’. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ in de hoofdstad. Gaf les aan F. Bobeldijk, W. G. Hofker, M. J. Philipse en M. W. Wandscheer.
Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam enz. 1883 tot 1896: portretten; op de heide; sprokkelen; in het koren; schaapskooi; heiwerkers; avondlandschap; stadsgezichten van Londen, w.o. in de sneeuw; in het dorp (aquarel); in het dennenbos; enz. Haags Gemeentemuseum: damesportret 1885. Rijksmuseum Amsterdam; stadsgezicht; moestuin (studie); wintergezicht; buitenstudie; Venetië (aquarel); bevroren gracht te Amsterdam (aquarel). Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: riviergezicht te Londen; winter te Ede; 2 tekeningen. Singer Museum Laren (N.H.): schovenbindster te Ede; werk in het Prentenkabinet. Rijkscollectie; een aantal etsen. Amstelodamum, 38e jrg. 1951, blz. 114 tlm 117 (dr S. Hart: De afstamming van Willem Witsen); Colmjon-Scheen; Luns; Plasschaert; Van Hall I en II; Waller; ‘Witsen en zijn vriendenkring’ (Amsterdam, 1948).