Vincent Willem van Gogh geb. Groot Zundert (N. Br.) 30 maart 1853, overl.
Auvers sur Oise (Fr.) 29 juli 1890. Woonde en werkte in Den Haag 1869-1873, Londen tot 1875, Parijs tot 1876, Ramsgate 1876 (onderwijzer), Etten 1876 (Kerstmis), Dordrecht 1877, Amsterdam tot 1878 (evangelistenstudie), Brussel, de Borinage tot 1880, Brussel, Etten tot 1881, Den Haag tot 1883 (Drenthe), Nuenen tot 1885, Antwerpen tot 1886, Parijs tot 1888, Arles tot 1889, St Remy, mei 1889-mei 1890, Auvers sur Oise van mei 1890 af. Vormde zich vnl. zelf; leerling van A. Mauve (korte tijd), de Antwerpse Tekenakademie en het atelier Cormon te Parijs.
Schilderde, tekende, etste en lithografeerde figuren, portretten, landschappen, gebouwen, interieurs, stillevens enz. Wordt genoemd: de meester van het neo-impressionisme. Een der grootste kunstschilders van zijn tijd, de grote vernieuwer in het uitbeelden van geest, stof en licht. Gaf o.m. les aan A. C. A. Kerssemakers.
Werk in diverse binnen- en buitenlandse musea, o.m.: Rijksmuseum Amsterdam, Stedelijk Museum Amsterdam. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: interieur met een wever aan zijn getouw; populierenlaan bij Nuenen in de herfst; vaas met rode gladiolen en witte violieren ; cineraria’s; portret van Armand Roulin. Haags Gemeentemuseum; zelfportret; vaas met bloemen; enkele bruiklenen, w.o. tuin te Arles. Dordrechts Museum: vrouw aan de arbeid (tek.). Centraal Museum Utrecht: tegen de avond (niet gem.); stilleven; pastorietuin in de sneeuw. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: ca. 90 stuks. w.o. landschappen, interieurs, figuurstukken, stilevens, schetsen enz. Zeeuws Museum Middelburg: gezicht uit het hospitaal (pentek.).
K. Badt, 'Die Farbenlehre van Goghs', Köln, 1961 (Verlag M. Du Mont Schauberg); ir V. W. van Gogh bezorgde de 'Brieven' in 4 dln (1953, 2de uitg. 1962. Wereldbibliotheek. Amsterdam-Antwerpen); G. Knuttel, 'V. van Gogh' (Blendford Press. Londen, 1961); dr G. Knuttel Wzn, 'V. van Gogh' (A. W. Bruna, Utrecht); Luns; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller.