Theodorus Marinus Wieringa geb. Arnhem 21 december 1921. Woonde en werkte aldaar, in Haarlem, Arnhem en thans in Oosterbeek (gem.
Renkum). Leerling van het Opleidingsinstituut voor Tekenleraren te Amsterdam; (behaalde akte Ma, Mb en Mc), daarna één jaar avondcursus aan de Rijksakademie te Amsterdam, als beeldhouwer autodidakt.
Hij schildert, aquarelleert, etst (maakt houtgravures), landschap, figuren, portretten, stillevens en paarden (Gele Rijders, spahi’s, snuivend voorwaarts; enz.). Beeldhouwen: o.m. portretkoppen. Was eerst lid van W.A.K., en nu van de ver. v. B.K. te Oosterbeek ‘Punt’62’.