Gepubliceerd op 14-02-2019

Theodorus ludovicus mesker

betekenis & definitie

Theodorus Ludovicus Mesker (‘Theo’) geb. Den Haag 1 februari 1853, overl. aldaar op 28 augustus 1894. Woonde en werkte in Den Haag. Leerling van zijn broer J. J. Mesker en van W. Maris.

Schilderde figuur- en genrestukken, enkele landschappen en dorpsgezichtjes; heeft tevens geëtst.

Tentoonstellingen Amsterdam. Den Haag, Arnhem enz. 1872-1893: de geograaf; de lithograaf; bij de dorpssmid; de bloemenmarkt; het verkoophuis: het atelier; de vioolspeler; de klarinettist; diverse gezichten op het Huis ten Bosch; een buurtje te Rijswijk: een dorpsstraatje te Scheveningen; een erf aan de Buitensingel; het schaakprobleem: de rabbijn: de astronoom: de boekenstal: mark:taferelen: bij het varkenskot: op de wandeling: in het Haagse Bos: de liefhebber der klassieken (tekening); enz. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 30 aquarellen en tekeningen. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Museum Groningen: de geleerde: kudde schapen (beide aquarellen). Haags Gemeentemuseum: het boekenstalletje van David Blok.

Kunstkronijk 1876 (bh. 78.. 187S (bh. 76.: Luns: Plasschaert: Scheen: Thieme-Becker: Walier: Wurzbach..

< >