Gepubliceerd op 14-02-2019

Theodoor soeterik

betekenis & definitie

Theodoor Soeterik geb. Utrecht 12 januari 1810, overl. Utrecht 20 augustus 1883.

Woonde en werkte aldaar. Leerling van C. van Geelen en van B. van Straaten.

Handelaar in plaatwerken (kunsthandel), ook onderwijzer in de tekenkunst, landschapschilder, tevens lithograaf.

Tentoonstelling Amsterdam. Den Haag, Rotterdam, Groningen enz. 1841-1881: landschap bij avond; aan de ingang van het bos; landschap bij maanlicht; rustpauze op het ijs; veel landschappen bij avond en of maanlicht; kerkinterieur van de St.-Geertekerk te Utrecht: stadsgezichten, meestal van Utrecht; enz.; stadswal in de winter; enz. In het voormalig museum Kunstliefde te Utrecht bevond zich een maanlandschap (gem. Th. Soeterik). Rijksprentenkabinet Amsterdam: portret van Jan Kieft (tekening).

Immerzeel; Marius; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >