Simon Willem Maris (‘Simon Maris Wzn.’) geb. Den Haag 21 mei 1873, overl. Amsterdam 22 januari 1935.
Woonde en werkte in Den Haag, Weesp, Antwerpen na 1895, Brussel, Parijs na 1902, Amsterdam. Leerling van zijn vader W. Maris, van de Akademie v. B.K. in Den Haag (2 ½ jaar), van de Akademie v. B.K. te Antwerpen (2 jaar), daarna studies te Parijs (1 jaar) en een studiereis naar Italië.
Schilderde, tekende en etste figuren (vrouwen enz.) en portretten. Gaf les aan N. F. H. Cevat, M. R. Jacobson, E. van Mastrigt.
Luns; Lurasco; Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Bekker; Van Hall I en II; Waller.