Pieter Paul Koster geb. Stad Doetinchem (thans gem. Doetinchem) 29 april 1893. Woonde en werkte in Den Haag, tijdelijk in Laren (N.H.) 1917-1918, Apeldoorn 1940-1946, Amsterdam tot 1959 en 1961-1962, maakte reizen naar Parijs, Londen, Zürich, Florence, Rome, Wenen, Spanje, Denemarken enz., Den Haag; sinds 1968 in Groningen.
Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1910-1914) o.l.v. J. J. Aarts, Fr. Jansen, W. A. Grondhout en W. B. van Horssen. Kunstschilder, beeldhouwer en journalist. Signeert: P.P.K.
Schildert, aquarelleert, tekent (pen en pastel), etst, lithografeert. Boetseerde boerentypen in Laren (N.H.), maakte portretten en stadsgezichten in Londen, idem in Parijs, Rome, Berlijn enz. Werkte als tekenaar-biograaf mee aan 17 kranten (illustraties). Schilder van goed gelijkende portretten.
Werk in het Toneelmuseum Amsterdam: ongeveer 80 tekeningen van acteurs en actrices. Ook werk in het Haagse Gemeentemuseum en in het Dordrechts Museum.
Maandblad voor Beeldende Kunsten VII, blz. 110-116; Mak van Waay; Van Hall I; Waller.