Gepubliceerd op 14-02-2019

Pieter ouborg

betekenis & definitie

Pieter Ouborg (‘Piet’) geb. Dordrecht 10 maart 1893, overl. Den Haag 3 juni 1956.

Woonde en werkte in Ned. Indië (Serang 1916, Padang-Padang 1916-1919, Soerabaja 1920, Malang 1921 en 1925, Batavia 1926-1931, Bandoeng tot 1938), Nederland (1923-1924, 1931), terug voorgoed in 1938, Haarlem, Amsterdam tot 1939, daarna in Den Haag. Studeerde voor onderwijzer, leraar M.O. tekenen, kunstschilder.

Schilderde, aquarelleerde en tekende koppen, maskers, figuren enz., aanvankelijk naturalistisch, later surrealistisch en ten slotte zéér apart in zijn composities (reikend naar abstrakt). Gaf les aan J. G. Gruijter en W. Schippers.

In 1950 werd een tekening ‘Vader en Zoon’ met de Jacob Marisprijs bekroond. Deze toekenning heeft toentertijd nogal wat weerstanden opgeroepen.

Catalogus tent. Gemeentemuseum Den Haag 12-8 4-10-1953.

Werk in het Stedelijk Museum Amsterdam. Haags Gemeentemuseum: het teken; een aantal tekeningen, o.a. compositie ‘Holland oog’. 1949: automatische tekening. 1946. Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: op donker fond.ca. 1934. Rijkscollectie: compositie 1948 (gouache); compositie: compositie I (gouache).

Kunst en Kunstleven 2, 1950 (N. Miret, bh. 197-202): Maandblad v. B.K. 26, 1950 (C. Veth, blz. 163-164): Van Hall II: Van Abbemuseum-Eindhoven, cat. mei/juni 1965.

< >