Gepubliceerd op 21-02-2019

Pieter hak

betekenis & definitie

Pieter Hak geb. Heeg (gem. Wymbritseradeel) 15 september 1916. Woonde en werkte in Lemmer tot 1951, Emmeloord tot 1953.

Harderwijk tot 1958; daarna en thans in Lelystad (Oost-Flevoland). Vormde zich vnl. zelf, voor olieverfschilderen leerling van Jos. Lussenburg te Nunspeet.

Schildert, aquarelleert en tekent (ook pastel). Onderwerpen en kunstrichting: impressionistisch (o.m. landschap). Lid van de Noordveluwse Ver. van B.K.

Tentoonstellingen Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Den Bosch en Zwolle 1852-1858: diverse bloemstukken, stillevens met vruchten, en een dode patrijs met vruchten.

< >