Petrus Groenia geb. Makkum 5 oktober 1769, overl. Koudekerk aan den Rijn 1 juli 1844.
Leerling van H. W. Beekkerk. Was meer militair dan schilder, doch wijdde zich na zijn pensionering in 1831 voorgoed aan de kunst.
Schilderde en tekende portretten, historische en zinnebeeldige onderwerpen. Medewerker van J. Millies.
Tentoonstellingen Den Haag 1817. Haarlem 1825 en Amsterdam 1836-1838: de Romeinen door de Samnieten ingesloten te Caudium; stadsgezicht te Dendermonde met doortrekkende soldaten; taferelen uit de Spaanse oorlog, w.o. een met krijgslieden en een geestelijke in een rotsachtig landschap. Tentoonstelling van portretminiaturen Rotterdam 1910: vijf portretten, in waterverf op ivoor.
Museum Stania State Oenkerk: zelfportret (als kolonel in een interieur). Stedelijke kunstverzameling (archief) Leeuwarden: twee naakte mansbeelden in roodkrijt (jeugdwerken); twee monniken, te midden van een overstroming, getekend door Groenia en gegraveerd door Hulk in 1792; het gevecht bij Houthalen in 1831. litho door Pieneman naar Groenia.
Eekhoff; Immerzeel; Kramm; Scheen; Thieme-Becker; Wurzbach.