Gepubliceerd op 21-02-2019

Petrus franciscus greive

betekenis & definitie

Petrus Franciscus Greive geb. Amsterdam 25 maart 1811, overl. Amsterdam 4 november 1872. Woonde en werkte aldaar.

Leerling van J. A. Daiwaille, C. J. L. Portman en van de Kon. Akademie te Amsterdam o.l.v. J. W. Pieneman.

Schilderde portretten, genretaferelen en figuurstukken. Heeft ook gelithografeerd. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Gaf les aan A. Allebé, jhr J. Berg, J. van Essen, J. C. Greive, M. J. de Haan, M. Heinecken, D. F. Jamin, J. J. L. ten Kate, J. S. H. Kever, M. Leon, L. Lingeman, C. Metzelaar, J. E. J. Rutgers, en raadgevingen aan D. Oyens, B. Repelius, H. J. Scholten, J. T. en K. van Toulon.

Tentoonstellingen Amsterdam 1832-1858: portretten; oliekoekbakster; oude man met klein kind; Scheveningse visser in zijn schuit; terugkomst van een haringvisser op Marken; enige soldaten voor een huis; marketenster; interieur, waarin een peinzend meisje.

Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen, w.o. een zelfportret en een portret van Kasper Karssen. Het Raadhuis Amsterdam: herenportret (1847). Stedelijk Museum Amsterdam: Oudhollandse dienstmaagd (bruikleen). Nederlands Historisch Scheepvaart Museum Amsterdam: rokende zeeman. Teylers Stichting Haarlem: terugkomst van de haringvangst ; interieur op het eiland Marken (aquarel). Museum Fodor Amsterdam: bezoek van de dokter (tekening in kleuren).

Hist. Galerij I (blz. 89). II (blz. 117); Immerzeel; Kunstkronijk 1867 (blz. 90). 1875 (blz. 14); Luns; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek X; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten Vl; Waller; Wurzbach.

< >