Petrus Alma (‘Peter’) geb. Medan (Ned. Indië) 18 januari 1886. Woonde en werkte van 1888-1907 in Den Haag, Amsterdam tot 1909, Parijs tot 1910, Den Haag (en Parijs) tot 1915, Laren (N.H.) tot 1916, sedert 1916 in Amsterdam.
Maakte o.m. een reis naar Moskou en Charkow. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1904-1906) o.l.v. Fr. Jansen, daarna te Parijs op het atelier Humbert.
Schilder van sociale voorstellingen en mensen, maakte veel wandschilderingen en wandmozaïeken (o.m. in het gebouw van de plaatselijke telefoondienst en het instituut voor nijverheid en techniek te Amsterdam), groot graficus (etsen, litho’s, houtsneden). Zijn houtgravures van vnl. dieren, mensen (min of meer symbolisch) zullen een bijzondere plaats blijven innemen. Is o.m. lid geweest van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, daarna lid van de B.B.K. en van de G. V.N. te Amsterdam.
Verkreeg in 1966 de Albert Schweitzerprijs (afd. Kunst) en de Zilveren Eremedaille van de gemeente Amsterdam. Overl. Amsterdam 23 mei 1969.
Overzichtstentoonstelling Stedelijk Museum te Amsterdam (cat. 24-11-1966 t/m 1-1-1967). Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: een muurschildering in de hal van het museum, 1952. Rijkscollectie: landschap door venster; 1919; dynamiek, 1923; houtsneden enz. Haags Gemeentemuseum: de plant (gem. Alma 1915).
Elsevier; Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van HalI I en II; Waller.