Nicolaas Mathijs Eekman (‘Nic’) geb. Brussel 9 augustus 1889. Woonde en werkte in Brussel tot ca. 1914, Nuenen tot ca. 1916, Amsterdam, Laren (N.H.) en vertrok ca. 1920 naar Parijs (Bougival). Thans nog woonachtig te Parijs.
Volgde van zijn 12de tot zijn 20ste jaar lessen aan de avondtekenschool te Brussel, studeerde voor architekt; onderwijl 3 jaar ochtendlessen beeldhouwen en 1 jaar schilderlessen aan de Académie des Beaux-Arts te Brussel. Verder vormde hij zich zelf. Belangrijk beeldend kunstenaar.
Architekt, schilder, tekenaar, etser, houtgraveur, kopergraveur (droge naald), maakte aquarellen, pentekeningen; weinig beeldhouwwerken en steentekeningen. Heeft altijd in de figuratieve stijl gewerkt, ‘de mens’ is en blijft het probleem in de opbouw van zijn schilderkunst. Tijdens verblijf in Holland lid van ‘Arti et Amicitiae’, ‘St. Lucas’ en ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam. In Frankrijk lid van o.a. ‘Nationale des Beaux Arts’, ‘Le Trait’ en vele andere.
Won de gouden medaille op de Expo 1937 te Parijs. Heeft zes jaar lang een eigen akademie gehad in Parijs en persoonlijk lessen gegeven. Gaf o.m. les aan J. M. Blanke, A. C. C. Enthoven, jkvr. M. L. van Holthe tot Echten, A. B. Neujean, A. H. Plaisier.
Tentoonstellingen musea Den Haag en Rotterdam (cat. sept. 1946, jan. 1947). Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: de spitter (gem. Eekman ’14); de kastanjeboom (gem. Eekman); de velden (gem. Eekman ’18); 8 tekeningen. Singer Museum Laren (N.H.): 19 aquarellen en tekeningen. Rijkscollectie: grafisch werk.
Elsevier LXXXVII (1934) blz. 369-378; Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I en II; Waller.
