Gepubliceerd op 21-02-2019

Martinus van andringa

betekenis & definitie

Martinus van Andringa geb. Leeuwarden 11 april 1864, overl. Amsterdam 19 oktober 1918. Woonde en werkte in Groningen, Brussel, Dusseldorf, Parijs, Haarlem tot 1892, Leeuwarden tot 1894, Den Haag tot 1897, Uccle (België) tot 1918, daarna van 16 september 1918 af in Amsterdam.

Leerling van J. H. Egenberger (Groningen), A. J. A. Cluysenaar, J. Portaels (Brussel) en F. Cormon (Parijs). Schilderde, aquarelleerde en tekende vooral figuren (naakten en portretten), interieurs, landschappen en stillevens. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Tentoonstellingen te Amsterdam 1892, 1895, Arnhem 1893, Rotterdam 1894, Gent 1895 en Den Haag 1896: portretten (in pastel); bloemstuk (aquarel); jongmeisje (aquarel); potje met chrysanten, diverse portretten; studie van een jonge vrouw; palmboom; enz. Frans Halsmuseum Haar­lem: naaktstudie.

< >