Martin Monnickendam (‘Martijn’) geb. Amsterdam 25 februari 1874, overl. Amsterdam 4 januari 1943.
Woonde en werkte in deze stad (tijdelijk in Parijs en België (Brugge) 1895-1897). Leerling van de Tekenschool ‘Felix Meritis’ en van J. A. Rust, van de Rijksakademie te Amsterdam (1891-1893), studeerde daarna te Parijs (1895-1897).
Schilderde, aquarelleerde, tekende, etste en lithografeerde stadsgezichten, landschappen, portretten, figuurstukken, stillevens enz. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Hij behaalde diverse onderscheidingen, w.o. de gouden medaille van koningin Wilhelmina in 1913, idem in 1912 op de Sted. Tent. te Amsterdam en in 1937 op de wereldtent. te Parijs. Gaf les aan A. P. S. Bakker, H. Broer, C. Buijsman, M. Franken, I. A. Goldstein, J. A. de Grave, B. Groeneveld, M. L. van Hasselt, I. van Heek, W. J. Ising, E. H. M. J. G. Kan, E. Kann, D. E. Kohnstamm. A. J. Korteweg, H. G. W. ter Kuile, R. C. Mogendorff, E. M. Peters, N. Pieneman, C. Rambonnet, jkvr. C. M. E. de Ranitz, V. Wirix.
Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag, Rotterdam enz. 1892-1905: synagoge (tekening); vismarkt te Amsterdam; het eiland St. Louis in Parijs; de arena; oud-Amsterdam; in Brugge; een herenportret; de antiekveiling; het polderhuis; enz.
Herdenkingstent. ‘Arti et Amicitiae’ Amsterdam (cat. 30-3 28-4-1946).
Haags Gemeentemuseum: theaterloge, 1915. Centraal Museum Utrecht: stilleven. Noordbrabants Museum Den Bosch: gildefeest: Begijnhof te Mechelen; Vlaamse landloper; enz. Singer Museum Laren (N.H.): zomerdag, 1904; een tekening.
Elsevier XXXIX (1910), blz. 289-305; Luns; Lurasco; Maandblad voor Beeldende Kunsten l (1924), blz. 36-41); Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I en II; Waller.