Marius Johannes Richters (‘Marius’) geb. Rotterdam 20 maart 1878, overl. Rotterdam (Hillegersberg) 8 juni 1955. Woonde en werkte in deze stad (Terbregge en Hillegersberg), trok naar Zeeland, Terschelling, Zuid-Frankrijk enz. Leerling van J. Gidding sr, daarna van de Akademie v. B.K. te Rotterdam (avondcursus ca. 1898-1908) o.l.v. A. H. R. van Maasdijk.
Schilderde, aquarelleerde, tekende, etste, lithografeerde polders, rivieren, stadsgezichten, luchten, water, wind, ook enkele kerkinterieurs (St. Jan te Schiedam), religieuze voorstellingen en portretten, maakte voorts houtsneden.
Glazenier: gebrandschilderde ramen, o.m. in de Zuiderkerk te Rotterdam en de St. Jan te Schiedam. Hij werd genoemd ‘schilderende en tekenende ziener’. Gaf les aan E. Masseus en werkte samen met H. J. M. van Lamoen. Was o.m. lid van ‘R. 33’. Zie catalogus expositie te Steenwijk (nov.-dec. 1966).
Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: de familie van de kunstenaar (gem. M. J R (inéén) 1919). Rijkscollectie: september 1937; strandgezicht.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller.