Ludwig Oswald Wenckebach (‘Oswald’) geb. Heerlen 16 juni 1895, overl. Noordwijkerhout 3 november 1962. Was van 1936 af hoogleraar aan de Technische Hogeschool te Delft.
Woonde en werkte in Heerlen, Utrecht, Santpoort, Haarlem 1913-1915, Wenen na 1915, Noordwijk aan Zee 1918, Schoorl, Noordwijkerhout. Buitenlandse reizen, o.m. naar Cura?ao en Griekenland. Leerling van L. W. R. Wenckebach (zijn oom), van de Kunstnijverheidsschool te Haarlem (in 1913-1915 o.l.v. F. Th. Grabijn), daarna naar de tekenakademie te Wenen (1915 tot 1918).
Schilderde en tekende landschappen, etste en lithografeerde naar bijbelse onderwerpen, maakte uitstekende houtsneden naar vogels, bomen enz. Beeldhouwer (plastieken, figuren, mensen en dieren), in steen en brons (portretten), maakte verschillende oorlogsmonumenten, veel restauraties aan oude gebouwen, ontwierp ook legpenningen en munten. Bekend zijn ‘Het mannetje Jacques’ en ‘De Spoetnikkijker’. Gaf les aan G. M. Aerts, R. Blote, J. H. van Borssum Buisman, M. van der Burgh, L. B. Molenaar en H. J. Tieman.
Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: monsieur Jacques⁵⁶ (brons); stervende baan (brons); caféscène (brons); 13 tekeningen. Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: ontw. voor Ned. Olympiade-postzegels (1928). Rijkscollectie: drie bronzen, t.w. portret prof. dr A. Verwey, monsieur Jacques, zwangere vrouw.
Elzevier LV1I (1919. bh. 74-75. LXIX (1925. bh. 77-79); Luns; Maandblad voor Beeldende Kunsten I (1924. bh. 378); Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.
