Gepubliceerd op 21-02-2019

Louwrens hanedoes

betekenis & definitie

Louwrens Hanedoes geb. Woudrichem 14 juli 1822, overl. Woudrichem 9 februari 1905. Leerling van de Akademie v. B.K. in Den Haag (1839-1840), van C. Kruseman en B. C. Koekkoek.

C. Rochussen heeft meermalen zijn werk, bos- en duingezichten, gestoffeerd met figuren. Heeft reizen gemaakt naar Duitsland (Kleef), Zwitserland, Pyreneeën 1857, Frankrijk (Parijs en Fontainebleau) in 1863. Van 1840 af was hij vnl.

in Den Haag werkzaam.

Heeft ook geëtst. Werd in 1863 door de Belgische koning benoemd tot ridder in de Leopoldsorde.

Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1849-1876: de ruïne van Gerolstein 1849. gestoffeerd door H. F. C. ten Kate; de Grote Markt en het Binnenhof in Den Haag; diverse landschappen uit Frankrijk, meestal gestoffeerd door C. Rochussen; een Gelders landschap; onder de berken; langs de Haarlemse duinen (3 stuks in 1870. met figuren door S. L. Verveer); diverse duinlandschappen, en twee landschappen in 1872 gestoffeerd door J. H. Maris. Gemeentemuseum Arnhem: landschap (samen met S. L. Verveer), bruikleen. Rijksmuseum Amsterdam: diverse landschappen en duingezichten. w.o. een Gelders landschap gestoffeerd door C. Rochussen. Haags Gemeentemuseum: gezicht op zee, over de duinen bij Haarlem tegen de avond. Dordrechts Museum: in de duinen bij Haarlem.

Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: een landschap (gem. L. Hanedoes fet. 1861). Kon. paleizen: landschap bij avond. Frans Halsmuseum Haarlem: schaapskooien.

Colmjon-Scheen, 'De Haagse School'; Kunstkronijk 1853 (blz. 501, 1858 (bh. 66); Marius; Nieuw Nederlandsch Woordenboek VII; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >