Leendert de Koningh geb. Dordrecht 12 april 1777, overl. Dordrecht 8 juni 1849.
Leerling van A. Vermeulen en M. Versteegh. In 1801 ging hij zijn geluk in Engeland beproeven; na enige tijd naar Parijs (raadgevingen van J. L. David), trok via Duitsland naar zijn geboorteplaats, reisde van daar weer naar Engeland, om zich in 1813 (na de Franse overheersing) voorgoed in Dordrecht te vestigen.
Hij heeft ook gelithografeerd. Was lid van de Koninklijke Akademiete Amsterdam en van het genootschap ‘Arti Sacrum’ te Rotterdam. Aanvankelijk schilderde en tekende hij kalme en woelige zee- en riviergezichten met schepen en ging na 1813 meer en meer over tot het schilderen van landschappen met vee en figuren. Gaf les aan A. K. de Koningh, Leonard de Koningh, S. de Koningh en A. van Peurse.
Tentoonstellingen Haarlem 1825. Amsterdam en Den Haag van 1816-1843: landschappen met vee; landmeisje met vee; poort te Dordrecht; de hengelaars; het veer bij Papendrecht; melkmeisje bij enig vee; Rijnlandschappen; veel landschappen met melkende boeren en melkende jonge vrouwen.
Museum Fodor Amsterdam: enige studietekeningen. Museum Dordrecht: landschap met vee, melksters en hooiers; riviergezicht. Gemeentearchief Dordrecht: enige tekeningen in kleuren en O.I. inkt, w.o. landschappen, riviergezichten enz. Rijksprentenkabinet Leiden: plas met tjalk bij een dorp (tekening); kopie naar Jan van Goyen (tekening); strandtafereel (tekening). Museum mr Simon van Gijn Dordrecht: Zwitserse emigranten aan de Mijl te Dordrecht in 1819. Museum Boymansvan Beuningen Rotterdam: rivieroever met ruïne (aquarel); gezicht op Papendrecht en het Huis Te Merwede (aquarel). Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en).
Huebner; Immerzeel; Kramm; Kunstkronijk 1843/44 (blz. 52); Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IV; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.