Gepubliceerd op 14-02-2019

Jozef diederen

betekenis & definitie

Jozef Diederen (‘Jef’) geb. Heerlen 25 augustus 1920. Woonde en werkte in Heerlen, Brunssum, Amstenrade en van 1947 af in Amsterdam. Leerling van de Middelbare Kunstnijverheidsschool te Maastricht en van de Rijksakademie te Amsterdam o.l.v. G. V. A. Röhling en M. H. E. Campendonk.

Schildert, aquarelleert, tekent (pen); maakt litho’s, houtgravures en wandschilderingen. Verkreeg in 1948-49 en ’50 de koninklijke subsidie: ontving in 1959 de Talensprijs en de prijs uitgeloofd door het Verbond van Nederlandse Werkgevers. Gaf les aan ‘Ateliers 63’ te Haarlem en aan M. D. Geijs; geeft les aan de Kon. Akademie v. B.K. in Den Bosch.

Tentoonstelling Stedelijk Museum Amsterdam (cat. 6-11-14-12-’64). Centraal Museum Utrecht: landschap, 1959. Haags Gemeentemuseum: verwoesting, 1958; compositie, 1961 (kleuren-houtsnede). Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: landschap, 1957; drie vlaggen, 1960; een aantal litho’s. Rijkscollectie: zondagochtend, 1953; Limburgs landschap, 1953; atelier, 1954, verwoeste huizen; 5 mei, 1962; Joodse rouw, 1962; sluiting dijk Zuidoostpolder, 1956; Deltawerken, en een groot aantal litho’s, w.o. in kleur.

Illustreerde ‘De Val’ van Bert Schierbeek met 14 kleurenlitho’s, (deel I serie ‘Steenschrijvers’ uitg. W. A. Palm, Den Haag, 1965).

< >