Gepubliceerd op 21-02-2019

Joris johannes christiaan lebeau

betekenis & definitie

Joris Johannes Christiaan Lebeau (‘Chris’) geb. Amsterdam 26 mei 1878, overl. Dachau (Dld) 2 april 1945. Woonde en werkte in Amsterdam tot ca. 1899, Parijs 1899-1900, daarna in Haarlem (Antwerpen 1905-1908), Ned.

Indië 1914-1915, daarna in Den Haag (Bloemendaal 1933/1934, Goeree 1935). Werd in november 1943 door de Duitsers gearresteerd en in 1944 op transport gesteld naar Dachau. Leerling van de Quellinusschool (1892-1895), de Kunstnijverheidsschool 1895-1898 (o.l.v. J. R. de Kruijff), de Rijksakademie te Amsterdam (1901-1903) en van de Akademie te Antwerpen (1905-1908). Van 1903-1905 hoofdleraar aan de Kunstnijverheidsschool te Haarlem.

Schilderde portretten, tekende, etste en lithografeerde portretten, vogels, insekten, poezen, naakten enz. Maakte houtsneden (politieke prenten), ontwierp affiches, postzegels enz. Kunstnijveraar, o.m. batikken, ontwierp behangsels, ontwerpen voor linnendamast en ook keramiek, glas enz.

Gaf les aan A. F. van Alphen, B. L. A. Bake, H. Beers, R. R. van den Berg, J. L. Bouman, J. Briedé, J. M. Daum, G. Frederiks, J. J. Haak, H. J. M. Harten, W. A. Knip, W. Meijer, B. Rahusen, J. W. Schutter, A. Spier, R. J. A. Stolk, K. Vegter, J. S. Vermeire, M. P. J. van der Weiden en C. Wolf.

Herdenkingstentoonstelling februari-april 1966 in het Haags Gemeentemuseum (zie catalogus).

Werk in het Stedelijk Museum Amsterdam, Nationaal Glasmuseum Leerdam, Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam. Gemeentemuseum Arnhem: zelfportret (bruikleen). Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: een aantal houtsneden enz. en een aantal ontw. voor postzegels. Rijkscollectie: zelfportret met Baskisch mutsje, 1935; dodenmasker Herman Heijermans, 1924 (penseeltek.).

Elsevier XXXIII ( 1907. bh. 289-292); Maandblad voor Beeldende Kunsten I ( 1924, bh. 341-342); Mak van Waay; Maronier; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller.

< >