Johannes Theodorus Giesen (‘Jan’) geb. Den Haag 15 november 1900. Woonde en werkte in die stad, Oost-Souburg, Vlissingen; sinds 1922 in Den Haag.
Leerling van het Tekeninstituut Bik en Vaandrager in Den Haag, van de Akademie v. B.K. aldaar. Vormde zich verder zelf.
Schildert, aquarelleert, tekent, etst, maakt houtsneden. Beeldhouwer en glazenier (glasreliëf en zandstralen). Maakt triviaal en religieus werk. Belangrijk kunstenaar. Lid van ‘De Grafische’ te Amsterdam. Was van 1929 t/m 1946 leraar aan de Akademie v. B.K. in Den Haag. Gaf o.m. les aan P. Fraterman en J. Waltman.
Maandblad voor Beeldende Kunsten I (1924) blz. 187; Mak van Waay; Van Hall II; Waller.