Johan Willem Fleur (‘Willy’) geb. Markelo 13 juni 1888, overl. Den Haag 15 maart 1967. Woonde en werkte in Rotterdam tot 1912, daarna in Den Haag.
Was leerling van de Akademie v. B.K. te Rotterdam o.l.v. Huib Luns, A. Spoon en J. G. Heijberg en drie jaar van de Akademie v. B.K. in Den Haag o.l.v. Fr. Jansen (figuur), W. A. Grondhout (portret) en W. B. van Horssen (stilleven). Werkte een jaar als volontair bij de toneelschilder L. W. R. Sommer om werk van grote afmetingen te vervaardigen.
Schilderde, aquarelleerde, tekende (pastel en pen) stillevens, bloemen (in kassen), landschappen, enkele stadsgezichten, portretten en dieren, w.o. veel vogels en vissen (aquariums). Was vooral door zijn mooie bloemstillevens zeer bekend. Was van 1924 af lid en sekretaris van de Nederlandse Kunstkring. Gaf les aan P. Betist, S. J. Corstanje, W. A. van Leeuwen, J. J. J. Spee, F. W. van de Walle en I. Zwaaf.
Rijkscollectie: seringen.
Luns; Mak van Waay; Waller.