Gepubliceerd op 14-02-2019

Jan herman coster

betekenis & definitie

Jan Herman Coster geb. Almelo 26 juli 1846, overl. Apeldoorn 4 februari 1920. Woonde en werkte in Almelo (tijdelijk in Amsterdam 1870-1874) tot 1909, Tubbergen tot 1913, daarna in Apeldoorn.

Leerling van A. Allebé en B. Wijnveld jr te Amsterdam (1870-1874) en van H. Valkenburg (1870-1876). Schilderde en tekende Twentse landschappen en stillevens. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Tentoonstellingen te Amsterdam. Rotterdam en Den Haag van 1873-1903: stillevens, eendjes op weg naar de stad, onder de berken, meertje bij Almelo, avond landschappen, bosgezichten, het kasteel Twickel aan de rivier, kerkuil, dode meerkol enz. Frans Halsmuseum Haarlem: zonsondergang. Rijksmuseum Twenthe Enschede: de kroezeboom bij Fleringen (1910).

Scheen.

< >