Jacobus Gerardus Hamel (‘Jack’) geb. Kralingen (Rotterdam) 24 november 1890, overl. Den Haag 13 januari 1951.
Woonde en werkte in Amsterdam, Den Haag, Amsterdam, Zandvoort, Amsterdam, Apeldoorn, Laren (N.H.) en in 1949 op het schip ‘Amandia’ in Den Haag. Leerling van zijn vader W. Hamel en van de Akademie v. B.K. in Den Haag.
Schilderde en tekende landschappen en figuurstukken (portretten en naakten). Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam, de Haagse Kunstkring en de Gooise Schilders Vereniging. Gaf les aan J. Th. van der Leest (Kootwijk 1918-1922), A. J. J. Gool en N. J. Schiffers.
Rijkscollectie: korenveld; bospad; Menton; maanlandschap.
Luns;Mak van Waay.
