Hermanus Kuijt (‘Herman’) geb. Haarlem 26 oktober 1893. Woonde en werkte in Haarlem tot 1907, Hilversum tot 1910, Laren (N.H.) tot 1924, Amsterdam tot 1925, Haarlem tot 1943, Angerlo (Lathum) tot 1945, daarna in Bergen (N.H.). Noemt zich Herman de Rethel Kuijt. Leerling van de Quellinusschool te Amsterdam, van de Larense Kunstschool o.l.v. F. Hart Nibbrig en S. Moulijn.
Heeft ook les gehad van E. S. van Beever en J. A. van Schooten. Maakte buitenlandse reizen, o.m. naar Zwitserland, België en Parijs. Kunsthandelaar, antiquair, kunstschilder en kunstnijveraar. Schildert, aquarelleert, tekent, etst en maakt litho’s en houtsneden. In de beginperiode invloed van Barbizon, later meer eigen moderne richting in lichtere kleuren. Onderwerpen: vnl. landschappen, ook figuurstukken, bloemen en stillevens.
Luns; Mak van Waay; Waller.