Gepubliceerd op 14-02-2019

Henricus engelbertus reijntjens

betekenis & definitie

Henricus Engelbertus Reijntjens geb. Amsterdam 4 juni 1817, overl. Amsterdam 1 mei 1900.

Woonde en werkte ter plaatse. Leerling van J. A. Kruseman. Bezocht in 1844-1845 Duitsland, werd in 1855 benoemd tot lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam.

Schilderde en tekende portretten, historische voorstellingen en vooral genrestukken (interieurs). Meestal ging zijn werk naar het buitenland (Amerika). In 1839 stoffeerde hij een bosgezicht van M. L. Kitzinger in de hoofdstad.

Tentoonstellingen Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1834-1891: Jan Steen bezig met schilderen; kunstbeschouwing in de 18de eeuw; kraambezoek en andere genrevoorstellingen; Hagar, naar Navez (zwartkrijttekening); twee drinkende boeren; brillenverkoper; oude man, bezig een kind de bijbel uit te leggen: de vermaning; het huwelijksaanzoek; jongmeisje; zeemansherberg; enz. Museum Bisdom van Vliet Haastrecht: kamerinterieur met figuren (gem.). Museum De Lakenhal Leiden: episode uit Leidens ontzet (gem. H. E. Reyntiens 1850). R.K. Pensionaat Woerden: Golgotha (gem.H. E. Reyntiens 1844). Instituut Kon. Marine, Den Helder: de terugkeer van Piet Hein. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en).

Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen; ThiemeBecker; Voorloopige lijsten der Nederlandsche Monumenten III, Vl; Wurzbach.

< >