Gepubliceerd op 21-02-2019

Gerrit willem dijsselhof

betekenis & definitie

Gerrit Willem Dijsselhof geb. Zwollerkerspel 8 februari 1866, overl. Overveen (gem. Bloemendaal) 14 juni 1924.

Woonde en werkte in Den Haag, Amsterdam, Aerdenhout en vnl. in Overveen. Leerling van jhr J. E. Heemskerck van Beest, de Haagse Akademie (1882-1885) o.l.v. F. Becker en J. Ph. Koelman, de Rijksnormaalschool (1884-1886) en de Rijksschool voor Kunstnijverheid te Amsterdam.

Schilderde landschappen, maar heeft zijn naam gevestigd door het schilderen en aquarelleren van aquariums. Ook heeft hij geëtst en gelithografeerd, was kunstnijveraar (‘Dijsselhof-kamer’ in het Haags Gemeentemuseum) en illustrator. Was lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam. Gaf les aan A. J. Barnouw, A. M. Broeckman, J. C. van Gijn, F. A. Langeveld, Th. H. A. A. Molkenboer, J. C. Nachenius, W. K. Rees, R. W. P. de Vries, J. van Vuuren.

Tentoonstellingen in Den Haag in 1893-1903 (en later): goudvissen en andere veelkleurige vissen in aquaria; zeeanemonen (in waterverf); enz. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: aquarium. Gemeentemuseum Arnhem: najaarsdag (niet gem. bruikleen). Haags Gemeentemuseum: zeehaantjes; aquarium; sluierstaarten. Dordrechts Museum: kreeften en rog (gem. met mon.

G. W.D.). Rijksmuseum Amsterdam: aquarium met goudvissen; snoeken en baarzen in een aquarium; najaarsdag; weidelandschap. Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: haringen; goudvissen. Frans Halsmuseum Haarlem: een aantal schilderijen, pastels en tekeningen van goudkarpers en andere vissen. Singer Museum Laren (N.H.): tekeningen en grafisch werk (62 stuks). Rijksmuseum Van Bilderbeek-Lamaison Dordrecht: goudvissen; snotolven.

Luns; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall I en II; Waller.

< >