Gepubliceerd op 14-02-2019

Gerrit jan michaëlis

betekenis & definitie

Gerrit Jan Michaëlis geb. Amsterdam 28 april 1775, overl. Haarlem 31 oktober 1857.

Leerling van zijn vader H. C. Michaëlis (beeldhouwer), G. N. Ritter (tekenen), J. Andriessen en van de Akademie v. B.K. te Amsterdam. Medewerker van J. van Ravenzwaay. Conservator van het Museum Teyler te Haarlem, van 1819 tot 1854.

Landschapschilder (heeft ook een enkel portret en genrestukjes gemaakt) en aquarellist, tevens etser en lithograaf.

Tentoonstellingen Haarlem 1825, Amsterdam en Den Haag 1814-1837: verscheidene landschappen, w.o. in Gelderland en Drenthe, soms met figuren gestoffeerd; landschap, gestoffeerd met vee door J. van Ravenzwaay; meisje met koopwaar; gezicht op het Spaarne te Haarlem bij maanlicht. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen. Rijksprentenkabinet Leiden: muur en poort te Culemborg (tekeningen).

Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: een tekening. Rijksmuseum Amsterdam: een Gelders landschap (gem. G. J. M. 1814). Teylers Stichting Haarlem: landschap met figuren (gem. G. J. Michaëlis); aquarellen en tekeningen, w.o. naar Adriaan van de Velde, Nicolaas Pietersz. Berchem en Josua de Grave. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: enige tekeningen, w.o. duinlandschap (pen en waterverf); landweg bij Rhenen (krijt en sepia). Museum Fodor Amsterdam: het water van Elswout en het Haarlemmerduin (tekening in O.I. inkt). Gemeentearchief Haarlem: een groot aantal tekeningen (stadsgezichten).

Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >