Gepubliceerd op 21-02-2019

Gerben de jong

betekenis & definitie

Gerben de jong - Gerben (Germ) de Jong geb. St. Jacobiparochie (gem. ’t Bildt) 8 maart 1886, overl. Overveen 11 april 1967.

Woonde en werkte in Amsterdam, Rotterdam, Duitsland (Berlijn en Düsseldorf), Parijs, Schoorl, Bergen (N.H.), Blaricum tot 1923, Amsterdam, Haarlem tot 1964, Overveen. Maakte reizen door Frankrijk, Duitsland, Italië, Spanje enz.

Leerling van de Quellinusschool te Amsterdam (1902-1905), de Akademie v. B.K. te Rotterdam (1906) en van de Rijksakademie te Amsterdam (1909-1910).

Schilderde, aquarelleerde, tekende (pen, pastel), etste, lithografeerde (maakte ook houtsneden) uitstekende landschappen, stillevens, interieurs, bloemen enz. Verkreeg in 1937 de zilveren medaille in Parijs en in 1949 de ‘Arti-medaille’.

Gaf les aan H.M. van den Idsert. Lid van ‘Arti et Amicitiae’, ‘St. Lucas’ en ‘De Onafhankelijken’ te Amsterdam. Rijkscollectie: Amelandse boerderij, Provence; duinlandschap Ameland, 1958 bloemstilleven, 1934 twee krijttekeningen.

Elsevier LUI (1917)Klomp; Kroniek van Kunst en Kultuur 1956 Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Thieme-Becker; Van Hall / en II; Waller.

< >