Gepubliceerd op 21-02-2019

Ferdinand karel adolf constantijn leenhoff

betekenis & definitie

Ferdinand Karel Adolf Constantijn Leenhoff (Ferdinand);' geb. Zaltbommel 24 mei 1841, overl. Nice (Frankrijk) 25 april 1914.

Werkzaam in Parijs zeker tot 1885, in 1888 keerde hij terug naar Nederland, Den Haag 1890, Amsterdam tot 1900, Courcelles (Frankrijk) 1900. Leerling van J. Mezzara, zwager van Manet.

Etser, tekenaar en beeldhouwer; een enkele maal schilderde hij portretten. Van 1889-1902 was hij leraar aan de Rijksakademie te Amsterdam.

Gaf les aan F. E. Jeltsema, G. J. H. Kerkhoff, J. A. C. Mijnssen, G. E. Schwartze, C. A. Smout, L. L. van der Tonge, H. Weegewijs, B. H. ter Weeme, Th. ter Weeme.

Tentoonstellingen Parijs 1859-1888: beeldhouwwerken; etsen (naar Israels, Leroux, Rubens. Leibl enz.) en enkele portretten (olieverf).

Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller.

< >