Gepubliceerd op 21-02-2019

Douwe hansma

betekenis & definitie

Douwe Hansma geb. Dokkum 22 maart 1812, overl. Sneek 9 juni 1891.

Woonde en werkte in Dokkum tot 1839, Amsterdam 1839, Dokkum tot 1841, van 1842 af in Sneek. Leerling van G. Posthumus, W. B. van der Kooi en later van de Amsterdamsche Akademie onder C. J. L. Portman.

Schilderde portretten en interieurs met figuren.

Tentoonstellingen Amsterdam, Groningen, Den Haag en Leeuwarden 1838-1863: vertrek en thuiskomst van een jong zeeman; lui vrouwtje in een boereninterieur; bij de waarzegster; aan het ontbijt; huiselijk genoegen; zieke vrouw die getroost wordt, de slechte huishoudster; het bezoek van een dame aan een armoedig huisgezin; visverkoopster; schurend meisje; Hindeloper meisje; enz.

Fries Museum Leeuwarden: de waarzegster.

Eekhoff; Immerzeel; Kramm; Scheen; Thieme-Becker; Wurzbach.

< >