Daniël de Vries (‘Daan’) geb. Utrecht 21 juli 1895, overl. Leerdam 7 december 1959.
Woonde en werkte in Haarlem tot 1913, Veere 1914, Zweden, Antwerpen, Amsterdam, ’s-Graveland tot 1918, Amsterdam, Sloten, Amsterdam, Den Haag na 1921, Ermelo tot 1928, Haarlem tot 1932, Amsterdam tot 1941, Breukelen en van 1956 af in Leerdam. Leerling van de Kunstnijverheidsschool te Haarlem (1908-1913) o.l.v. S. Jessurun de Mesquita en Chris Lebeau. Bezocht ook de Akademie v. B.K. te Antwerpen.
Schilderde, tekende, etste en maakte vooral tal van houtsneden en litho’s (kalenders, ex-librissen enz.). Onderwerpen o.m. stadsgezichten, figuren en dieren. Gaf les aan zijn vrouw H. de Does. Was o.a. lid van de B.B.K.
Werk in het Rijksprentenkabinet te Amsterdam.
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I; Waller.