Gepubliceerd op 21-02-2019

Cornelis lieste

betekenis & definitie

Cornelis Lieste geb. Haarlem 26 oktober 1817, overl. Haarlem 24 juli 1861. Leerling van J. Reekers en N. J. Roosenboom; medewerker van C. Rochussen, H. van de Sande Bakhuyzen en E. Verboeckhoven.

In 1846 wordt hij als lid vermeld van het ‘Teeken-kollegie kunst zij ons doel’ te Haarlem, waar hij woonde en werkte. In 1840 maakte hij een studiereis naar België en Duitsland. Van 1854-1856 was hij te Oosterbeek werkzaam.

Landschapschilder, heeft tevens gelithografeerd. Hij behaalde in 1839 een zilveren medaille voor een winterlandschap bij de Kon. School v. B.K. in Den Bosch. In 1842 verkreeg hij de gouden medaille voor een landschap, tentoongesteld bij ‘Felix Meritis’ te Amsterdam.

In 1861 verkreeg hij een gouden medaille voor zijn ‘heideveld’ op de Amsterdamse tentoonstelling. Gaf les aan A. H. Arendsen, P. J. C. Gabriël en H. D. Kruseman van Elten.

Tentoonstellingen Amsterdam en Den Haag 1838-1863 en Leeuwarden 1853: verschillende landschappen, w.o. een bergachtig landschap; een idem met bergbeekje; gezicht op de Gelderse heide; gezicht op de heide bij Wolfheze, figuren door C. Rochussen; een ochtendstond, gestoffeerd door H. van de Sande Bakhuyzen; veel Zwitserse landschappen. Rijksprentenkabinet Amsterdam; een tekening.

Stedelijk Museum Amsterdam: heidegezicht bij avond. Teylers Stichting Haarlem: avondlandschap (C. Lieste 1850). landschap in Zwitserland (sepia). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: een Gelders heidelandschap (gem. C. Lieste). Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: 2 tekeningen.

Die Constghesellen 3, 1948 (P. A. Scheen, blz. 398-400}; lmmerzeel; Kramm; Kunstkronijk 1862 (blz. 84); Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall I; Waller; Wurzbach.

< >