Cornelis Bakker geb. Goedereede 5 juni 1771, overl. Rotterdam 9 januari 1849.
Leerling van zijn grootvader A. C. Hauck. Woonde en werkte in Rotterdam. Was van beroep tekenleraar, o.a. aan het Rotterdamse Kunstgenootschap.
Schilderde portretten, ook in miniatuur, en interieurs met figuren van zeer fijne kwaliteit. Zijn tekeningen van de Franse Sansculottes (samen met zijn leermeester) zijn bekend. Gaf les aan A. Bakker, J. A. Bakker, W. Cooke, Ch. Immerzeel, B. van de Laar, J. H. van de Laar, G. de Meyer, F. Montauban van Swijndregt, J. Tavenraat.
Tentoonstelling van portretminiaturen te Rotterdam in 1910: miniaturen (in waterverf) op ivoor. Teylers Stichting Haarlem: tekening. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: portret van zijn zoon en dochter, gem. Cs. Br. Fect.
Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen; ThiemeBecker; Van Hall I; Wurzbach.