Cornelis Andréa (‘Kees’) geb. Den Haag 3 februari 1914. Woont en werkt in Den Haag.
Leerling van de Akademie v. B.K. te Den Haag en werkte enige jaren op de Eerste Ned. Vrije Studio (E.N.V.S.) o.l.v. van F. Erdely en C. de Moor.
Schildert, aquarelleert, tekent (ook pen), etst, lithografeert ; maakt houtsneden, mozaïeken, wandtapijten en muurschilderingen. Onderwerpen en kunstrichting: expressionisme, animisme, realisme, (poëtisch); figuur in landschap, en landschap met mensen, dieren en dingen.
Bekend Haags kunstenaar. Is lid van ‘Pulchri Studio’, de Vereniging v. Beoefenaars van de Monumentale Kunsten, de Holl. Aquarellisten Kring en het Ned. Kunstenaars Genootschap. Hij behaalde o.m. in 1949 eervolle vermelding Jacob Marisprijs, 1951 tweede prijs Jacob Marisprijs, 1953 Jacob Marisprijs (tekenen), 1954 Jacob Hartogprijs, 1964 Visser Neerlandiaprijs.
Gaf les aan A. J. de Beaufort, J. F. van den Berg, A. P. M. Hamerster, A. G. H. Holslag, A. Hoogendoorn, P. J. Koen, Th. M. de Kok, V. E. Lohner, P. Manneke, F. Nadal Uceda, A. M. Roelofs, B. Schrier, M. W. Volkers.
Gemeentemuseum Arnhem: vrouw met haan (gem. K. Andrea 1944). Haags Gemeentemuseum: wonderbare genezing, 1947; 3 fig. in Spaans landschap; Spanje, landschap met ezel. Centraal Museum Utrecht: veldbouquet. Rijkscollectie : de haan, 1943; meisje met hoofddoek; stilleven; Ockenburg (Westland); pentekening; litho’s; terugkeer bij vader (wandkleed).
Mak van Waay; A. B. Neujean, ‘C. Andrea' St. LucasReeks. nr. 1,1906; Van Hall II.