Conradijn Cunaeus geb. Dendermonde 1 november 1828, overl. Nieuwer-Amstel (thans gem.
Amstelveen) 5 september 1895. Leerling van de Amsterdamse Akademie (1844-1849) en van N. Pieneman.
Van 1854-1868 woonde hij in Koudekerk a. d. Rijn, later van 1870-1888 in Amsterdam, daarna in Nieuwer-Amstel. Heeft vnl. schilderijen met honden vervaardigd (jachttaferelen). Werd in 1850 lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.
Tentoonstellingen te Amsterdam en Den Haag van 1847-1884: paardje, enige tientallen schilderijen met honden, b.v. in een landschap, in de sneeuw, met jagers enz. Rijksmuseum Amsterdam: jachtgezellen.
Museum Willet-Holthuysen Amsterdam: enige aquarellen van honden. Fries Genootschap Leeuwarden: honden. Museum Groningen: jachthond met korhoenders. Westfries Museum Hoorn: patrijshonden (aquarel).
Stedelijk Museum Amsterdam: witte hond. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening (-en).
Hist. Galerij: Kunstkronijk 1851,1862,1864;
Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.