Gepubliceerd op 21-02-2019

Christianus hendricus hein

betekenis & definitie

Christianus Hendricus Hein geb. Bellingwolde 19 augustus 1815, overl. Lochem 9 september 1879.

Leerling van J. Plugger te Zwolle (tekenaar) en van J. de Rijk te Hilversum (schilderen), medewerker van zijn broer H. J. Hein. Woonde en werkte van 1839-1840 in Kampen, van 1842-1845 in Hilversum. Heeft omstreeks 1846 Bentheim en Kleef bezocht, woonde daarna enige jaren in Haarlem (1847-1848) en vestigde zich in 1849 te Kampen.

Schilderde landschappen en heeft ook geëtst en gelithografeerd. Gaf les aan J. Voerman sr.

Tentoonstellingen Amsterdam. Den Haag. Utrecht en Zutphen 1839-1873: veel Gelderse landschappen; gezicht op de watermolen bij Vaassen; boomrijk landschap, gestoffeerd door J. D. Koelman (1854); park bij avond, met gevogelte door zijn broer H. J. Hein in 1850; enz.

Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: twee tekeningen. Gemeentearchief Kampen: enige schetsboeken (omgeving van Lochem en Bentheim). Gemeente Kampen: winterlandschap ; gezicht op de stad Kampen. Provinciaal Overijssels Museum Zwolle: landschap (met vee door J. D. Koelman) 1852. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen).

Immerzeel; Kramm; Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Van Hall II; Waller; Wurzbach.

< >