Gepubliceerd op 21-02-2019

Bontkes, jantjen

betekenis & definitie

Bontkes, jantjen - geb. Finsterwolde 20 maart 1884. Woonde en werkte in Amsterdam tot 1909, Laren (N.H.) 1909-1912, Den Haag na 1912, Bergen op Zoom tot 1917; sinds 1917 in Den Haag. Leerlinge van H. M. Krabbé, van de Rijksakademie te Amsterdam (1910-1911) en daarna van de Akademie v. B.K. in Den Haag.

Schildert, tekent en etst o.m. figuren en bloemen. Is (of was) lid van ‘De Onafhankelijken’ te Amster­dam.

Mak van Waay; Waller.

< >