Bartele Peizel (‘Bart’) geb. Veendam 6 augustus 1887. Sinds 1910 in Amsterdam werkzaam. Weduwnaar van Theresia Ansingh (‘Sorella’).
Leerling van de Akademie ‘Minerva’ te Groningen (1909), van de Rijksnormaalschool te Amsterdam (behaalde in 1913 M.O. tekenen) en van de Rijksschool voor Kunstnijverheid aldaar. Leermeesters Jan Visser en W. B. G. Molkenboer. Maakte studiereizen o.m. naar Parijs, Marseille, Algiers.
Schildert, tekent en etst figuren, portretten (portretgroepen), stadsgezichten, bloemen, landschappen (plas-landschappen) enz. Verkreeg o.a. een bronzen medaille (tent. Utrecht 1918). Begon als bankbediende, na zijn studie tekenleraar aan de muloschool te Watergraafsmeer en sinds 1916 zelfstandig kunstschilder. Gaf les aan J. P. Aerts, D. S. van der Grient, J. A. A. van Meurs en G. van Velzen. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ en van ‘St. Lucas’ (27 jaar lang voorzitter geweest) te Amsterdam.
Stedelijk Van Abbemuseum Eindhoven: stilleven. 1933. Singer Museum Laren (N.H.): jonge vrouw met omslagdoek, 1938. Rijkscollectie: zomeravond, 1939; Scheveningen, boulevard (gouache).
Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I en II; WalIer.