Gepubliceerd op 14-02-2019

Antonie smeerdijk

betekenis & definitie

Antonie Smeerdijk (‘Anton’) geb. ’s-Graveland 3 augustus 1885, overl. Roermond 6 juli 1965 (door een auto-ongeval). Woonde en werkte in Amsterdam, ’s-Graveland, Kortenhoef, Rolde (Dr.), Kortenhoef.

Maakte reizen naar Frankrijk (1913), Duitsland, Oostenrijk (Tirol) en Italië (1922), Frankrijk (1925). Leerling van D. H. van der Poll te Amsterdam (1899-1901) en van de Rijksakademie aldaar (1901-1904) o.l.v. A. Allebé, P. Dupont, R. Stang, B. J. W. M. van Hove, N. van der Waay en C. L. Dake.

Hij schilderde, maakte veel aquarellen en tekeningen, stillevens (met vissen), landschappen, de zware arbeid van een zwoegende schipper, figuren in een landschap, portretten en kerkinterieurs met figuren. Schilderde aanvankelijk in donkere tonen, later meer lichtkrachtig en lichter van kleur.

Gaf les aan H. Kuijt. Was o.m. lid van ‘Arti et Amicitiae’ en ‘St. Lucas’ te Amsterdam.

Rijkscollectie: gemberpot met chrysanten.

Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I.

< >