Anton Weiss geb. Falkenau (Bohemen) 7 februari 1801, overl. Böhm-Leipa 31 januari 1851.
Leerling van de Amsterdamse Akademie v. B.K. en van J. A. Daiwaille. Werkzaam te Amsterdam van 1822 tot 1846, in 1834 bezocht hij Duitsland en Oostenrijk.
Schilder, tekenaar en steentekenaar van bloemen, vruchten en dood wild. Gaf les aan C. J. Roeters van Lennep.
Tentoonstellingen Haarlem 1825. Amsterdam, Den Haag en Rotterdam 1822 tot 1846: stillevens van bloemen, vruchten en dood gevogelte; dood gevogelte met horens en schelpen; jongmeisje met bloemen en vruchten.
Bibliotheek Hortus Botanicus Amsterdam: een aantal aquarellen. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekeningen.
Immerzeel; Kunstkronijk 1846 (blz. 12); Scheen; Thieme-Becker; Voorloopige lijst der Nederlandsche Monumenten V2; Waller; Wurzbach.