Adrianus Verhoog (‘Aat’) geb. Rijswijk (Z.H.) 11 november 1933. Woont en werkt sinds 1945 in Den Haag.
Leerling van de Akademie v. B.K. en van de Vrije Akademie aldaar. Kunstschilder, beeldhouwer, architect.
Schildert, tekent (pen), etst en lithografeert. Belangrijk kunstenaar; verkreeg in 1957 1e Jacob Maris jeugdprijs voor grafiek; 1960 de koninklijke subsidie; 1961 2de prijs Jacob Marisstichting (voor grafiek); 1964 1e prijs Jacob Marisstichting (voor grafiek); 1965 2de prijs Premio Lissone; Talensprijs 1965-1966; 1966 de Jacob Hartogprijs. Is lid van ‘Pulchri Studio’ in Den Haag.
Geeft les aan de Vrije Akademie in Den Haag; gaf o.m. les aan E. A. Beckers, H. W. J. van den Berselaar, M. D. Geijs, R. G. de Leeuw, A. M. Roelofs en C. H. M. van Winden.
Tent. Haags Gemeentemuseum (cat. Prentenkabinet no 14, 1966). Haags Gemeentemuseum: drie figuren, 1961; 8 tekeningen, w.o. ruiters met Marcus Aurelius; 15 prenten, w.o. labirint, 1962. Rijkscollectie: humus; etsen en litho’s, w.o. in kleur (rode aarde, vluchtende figuren, gebroken steen, afscheid van de anatomie).