Gepubliceerd op 21-02-2019

Adrianus martinus de groot

betekenis & definitie

Adrianus Martinus de Groot geb. Sliedrecht 10 augustus 1870, overl. niet bekend. Woonde en werkte, in Dordrecht, Londen, Hamburg, Barcelona, Leipzig 1895, München 1898, Parijs 19001904, Amsterdam tot 1917, vertrok 20 augustus 1917 naar Noord-Amerika. Leerling van A. J. Terwen te Dordrecht, schilderlessen te Leipzig (1895) van A. Klauroth, te München (1898) van G. Papperitz, studeerde daarna 4 jaar te Parijs (1900-1904).

Aanvankelijk reklame- en modetekenaar, later meer portretschilder. Gaf les aan R. J. Ouwejan, J. P. C. van Os en A. J. Smetz. Was lid van ‘De Onafhankelijken’ en van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam; tevens penningmeester van het Steuncomité voor Beeldende Kunstenaars.

Luns; Mak van Waay; Plasschaert.

< >