Aart van Dobbenburgh geb. Amsterdam 30 september 1899. Woonde en werkte in Amsterdam, Baarn, Bussum en van vóór 1940 in Bentveld. Leerling van de Quellinusschool te Amsterdam (1914-1918), behaalde op het eindexamen de regeringsmedaille.
Aquarelleert, tekent (pen en pastel), lithografeert (houtgraveur) portretten, landschappen, bloemen, stillevens, vooral handen (affiches). In alle opzichten een groot en talentvol kunstenaar. Behaalde in 1937 de gouden medaille te Parijs, in 1965 de Tolstoimedaille van de Sovjet-unie in 1966. (Tekenaar van Tolstoi’s ‘Oorlog en vrede’.).
Schreef zelf een boek over grafische kunst, uitgegeven in 1936. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam en van ‘V.A.N.K.’. Gaf les aan R. R. van den Berg, M.S. E. van Dulmen Krumpelman, M. G. E. Exel, J. S. Geerling, H. P. Kroesen, G. J. M. Lutz, J. Th. Niemeijer, L. E. B. J. Rikmenspoel, J. B. Straus, J. A. Zeegers.
Het Nederlandse Postmuseum Den Haag: koningin Emma (litho); ontwerpen voor Ned. en Ned. Indische postzegels. Frans Halsmuseum Haarlem: een aantal litho's. Singer Museum Laren (N.H.): tekeningen en grafisch werk. Rijkscollectie: grafisch werk.
Elsevier LVIII (1919) blz. 285-286, LXXXI (1931) blz. 84-85, LXXXVII (1934) blz. 225-233; W. J. de Gruyter ‘A. v. D.' 1931 en ‘Uit het werk van A. v. D.’ 1940; Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Schwencke, ‘De wereld van A. V. D.' 1963; Van Hall I en II; Waller.